Vocabulary
Toekomst: Will
Bijv/bijwoorden
Present perfect
South Africa
100

Vertaal:

Rhino

Neushoorn

100

I .... you with this exercise. (to help)

will help

100

They played a .... match. (perfect)

perfect

100

I .... here for two years. (to work)

have worked

100

Noem één van de drie hoofdsteden van Zuid-Afrika.

Kaapstad, Bloemfontein en Pretoria. 
200

Vertaal:

Verdachte

Suspect

200

.... that kitten? (she - to rescue)

Will she rescue

200

She sings .... (beautiful)

beautifully

200
Mila .... very hard. (to try)

has tried

200

Noem een dier die je kunt spotten in Zuid-Afrika.

Bijv: leeuw, olifant, neushoorn, gnoes, luipaard, Afrikaanse buffel, etc.
300

Vertaal:

Safety goggles

Veiligheidsbril

300

They .... to school today. (not - to go)

won't go

300

This car is so ....! (langzaam)

slow

300

Maak van de volgende zin een vraagzin en ontkenning:

They have bought a new car.

Have they bought a new car?

They haven't bought a new car.

300

Welke anti-apartheidsstrijder is ook de president van Zuid-Afrika geweest?

Nelson Mandela

400

Vertaal:

Inbraak

Burglary

400

.... our cousin? (we - to phone)

Shall we phone

400

My brother is .... strong. (heel erg)

really

400

He .... a card. (to write)

has written

400
Welke stam is de grootste stam van Zuid-Afrika?

Zulu