Hoe vorm je de VTT van een regelmatig werkwoord?
GE + rad. + D
GE + rad._f/k/p/s/t/ch + T
Où se place le verbe dans une proposition commençant avec "toen" ou "als"?
À la fin.
Wat zijn de vertalingen van "dat" en "omdat"?
"que" et "parce que"
Vertaal in het Nederlands : "J'ai nettoyé des plages."
"Ik heb stranden gekuist."
Dans quel contexte utilise-t-on "toen" plutôt que "als"?
Lors d'une action au passé / avec un verbe à l'ovt.
Waar is het werkwoord geplaatst in een bijzin met "DAT"?
Is het werkwoord vervoegd?
Op het einde.
Ja.
Vertaal in het Nederlands : "As-tu déjà eu un accident de voiture?"
"Heb je al een auto-ongeluk/ongeval gehad?"
Vertaal in het Nederlands : "Lorsque j'étais petit, j'étais très timide".
(Gebruik niet "timide" in het Nederlands.)
"Toen ik klein was, was ik heel verlegen."
Vertaal in het Nederlands : "Je pense que mes camarades de classe se moquent de moi."
"Ik denk dat mijn klasgenoten mij uitlachen."
Vertaal in het Nederlands : "Cet hiver, nous avons aidé des réfugiés."
"Deze winter hebben we vluchtelingen geholpen."
Vertaal in het Nederlands : "Lorsque j'étais bénévole, j'aidais des victimes".
Toen ik vrijwilliger was, hielp ik slachtoffers.
Vertaal in het Nederlands : "Je travaille à la croix rouge car je veux sauver des gens."
"Ik werk bij het rode kruis omdat ik mensen wil redden."
Vertaal in het Nederlands : "Qu'as-tu du faire?"
"Wat heb je moeten doen?"
Vertaal in het Nederlands : "Si tu as beaucoup d'idées, tu dois pouvoir faire des choix."
Als je veel ideeën hebt, moet je keuzen kunnen maken.
Vertaal in het Nederlands : "Je pense qu'être pompier est très courageux car car c'est dangereux."
"Ik denk dat brandweerlui zijn heel moedig is omdat het gevaarlijk is."