de broek
le pantalon
klein
groot
Dit is een kledingstuk dat je draagt als het koud is. Het is meestal warm en heeft mouwen.
mouwen = manches
de jas
t-shirt
ik draag een wijde t-shirt
een wijde jurk
une robe large
dik
dun
Dit zijn schoenen die je draagt als je gaat wandelen of sporten
de sportschoenen
rok
ze draagt een lange blauwe rok
spleetogen
yeux bridés
kort (haar)
lang (haar)
Dit is een kledingstuk dat een meisje draagt op een feest. Het is mooi en kan lang of kort zijn.
de jurk
gestreept
we dragen gestreepte broeken
de gatenlaarzen
des bottes trouées
krulhaar
sluikhaar
Dit is een kledingstuk dat je om je middel draagt. Het houdt je broek op en is vaak van leer of stof.
de riem
halflang
ik heb halflang blond haar
uitpulende ogen
des yeux saillants /des yeux globuleux / des yeux grands
spleetogen
uitpulende ogen
Dit is een kledingstuk dat je op je hoofd draagt. Het houdt je hoofd warm als het koud is. Mensen dragen het vaak in de winter.
de muts
de halsketting
ze heeft een mooie halsketting